Meer dan duizend mensen op straat voor 'revolutionaire 1 mei', politiewagens beschadigd

Meer dan duizend mensen kwamen vandaag op straat voor een 'revolutionaire 1 mei' en tegen het fascisme. De betoging vertrok om 14 uur van het Marie Jansonplein in Brussel en eindigde op het Vossenplein. Er waren verschillende confrontaties met de politie.

Volgens de politie waren er 1.300 betogers. Volgens de organisatie gaat het om 4.500 deelnemers. De politie was massaal aanwezig. Af en toe waren er confrontaties tussen politie en betogers en de politie zette meermaals het waterkanon in.

"Tijdens de manifestatie werd op verschillende plaatsen graffiti aangebracht en verschillende gebouwen werden beschadigd. Dit gebeurde voornamelijk op het grondgebied van Sint-Gillis", klinkt het bij de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene.

"Er werd met stenen en flessen gegooid naar de politie. Twee politievoertuigen werden daarbij beschadigd. Eén persoon werd aangehouden wegens het aanbrengen van graffiti", aldus nog de politie.

Volgens de organisaties zijn de confrontaties gestart doordat de politie in de mars ging. "We maken altijd afspraken op voorhand, en normaal is het de bedoeling dat de politie afstand bewaart. Dat was nu niet het geval", klinkt het. Volgens de politie was dat nodig om nieuwe vernielingen te voorkomen.

'Revolutionaire 1 mei'

De actie is georganiseerd door een brede coalitie van revolutionaire en linkse organisaties, waaronder feministische groepen, antifascistische collectieven en pro-Palestijnse bewegingen. Ze willen met deze betoging het oorspronkelijke, strijdbare karakter van 1 mei herwaarderen, dat volgens hen is uitgehold tot een feestdag zonder echte klassenstrijd.

De betoging bestaat al sinds 2017, maar is vooral de laatste twee jaar gegroeid. Steeds meer bewegingen sluiten zich aan bij de coalitie, ook de communistische jongerenbeweging Rode Vlam. "We hopen op lange termijn steeds meer arbeiders en studenten te betrekken en samen te brengen onder een revolutionair programma", aldus Mats, een van de leden van Rode Vlam.

“1 mei is een symbolische dag voor de klassenstrijd en de internationale solidariteit. Het is de internationale Dag van de Arbeid, waarop miljoenen mensen wereldwijd samenkomen om hun gemeenschappelijke belangen te verdedigen,” zegt hij. Tegelijk hekelt hij het huidige karakter van de dag. "Doorheen de geschiedenis worden symbolen van de klassenstrijd overgenomen door het kapitalisme en ontwapend. De Dag van de Arbeid is geen dag meer waarop de eisen van de arbeiders vooropstaan, maar is een feestdag geworden."

Klassenbelangen

Volgens hem moet 1 mei terug een dag worden waarop arbeiders samenkomen voor hun klassenbelangen. “We willen een 1 mei waar revolutionaire organisaties, arbeiders en vakbonden samenkomen, waar er ruimte is voor betoging, discussie en reflectie op onze rechten die onder constante druk staan.” Hij voegt toe dat vieren mag, maar waarschuwt: “De toegevingen die we hebben afgedwongen, worden stap voor stap teruggedraaid. Daar moeten we dus blijven voor strijden.”